Beschrijving
In ‘Het IK’ probeert de markante Tachtiger Lodewijk van Deyssel de periode 1882-1885, waarin hij jong was en leefde in een wolk van verrukking, op te roepen. Een eerste bezoek aan Parijs is aanleiding tot gedetailleerde afwegingen van vormen van genot, schoonheid en grootheid onderling. Zijn eigen grootheid is daarbij doorgaans de overtreffende trap. Fantasievol en doordacht taalgebruik maken deze dagboekbladen tot meeslepende lektuur, ook voor hen die gewoonlijk met de Tachtigers weinig affiniteit hebben.